Overslaan en naar de inhoud gaan
Kat en hond wormen

Wormen bij honden en katten

De cijfers

Het is een feit: een derde van de honden is besmet met een of andere wormensoort, soms wel met meerdere. Bij katten ligt dat percentage nog hoger: ongeveer 80 procent heeft een of meer wormenbesmettingen. Vooral jonge dieren krijgen ermee te maken. Huisdieren krijgen wormen via besmette voeding. Dieren die vaak buiten zijn, lopen een groter risico. Wormen worden ook overgedragen door insecten. 

Veelvoorkomende soorten wormen bij honden zijn lintwormen, haakwormen en zweepwormen. Van de vele verschillende soorten wormen die katten kunnen hebben, komen lintwormen en spoelwormen het vaakst voor. De meeste daarvan zijn besmettelijk voor mensen. Besmette dieren kunnen mensen, ook kinderen, besmetten, wat in sommige gevallen kan leiden tot ernstige gezondheidsrisico’s voor kinderen (bijvoorbeeld het larva migrans syndroom, migrerende larven). Het is daarom noodzakelijk je huisdier te ontwormen. Plan bij ons de volgende ontwormingskuur

 

kat-en-hond.jpg

 

Een hond of kat die erg besmet is, draagt honderden wormen in zich. Aan een tempo van 100.000 eitjes per worm per dag kan een besmet dier dagelijks miljoenen eitjes verspreiden. Bovendien zijn wormeitjes vaak resistent tegen de meeste ontsmettingsmiddelen en kunnen maanden, soms jaren, in de omgeving overleven. Dat verklaart waarom honden en katten ook in een propere omgeving wormen kunnen oplopen. Toch geldt dat hoe slechter de hygiënische omstandigheden, hoe meer wormsoorten er te vinden zijn bij huisdieren.

Er zijn onnoemelijk veel soorten wormen, waarvan vele met een ingewikkelde en fascinerende levenscyclus. De soorten die bij ons voorkomen houden het simpel: uit een eitje ontwikkelen zich larven (al dan niet in een tussengastheer) die zich op hun beurt in een eindgastheer ontwikkelen tot wormen. Deze wormen produceren eitjes die zich verspreiden via de ontlasting van de gastheer, waarna de cyclus herbegint. In het ‘beste’ geval duurt het hele proces slechts enkele dagen. 

 

Soorten wormen

Wormen worden op basis van hun lichaamsvorm ingedeeld in drie grote groepen: lintwormen, rondwormen en platwormen. 

 

Lintwormen

Lintwormen (Cestoden) nestelen zich in de dunne darm van je hond en leven daar van de darminhoud. Ze hebben een lang plat lichaam bestaande uit segmenten gevuld met eieren. Deze segmenten scheuren zich af en kruipen op eigen kracht uit de anus. Als je hond besmet is, vind je deze stukjes lintworm in zijn ontlasting. Ze zien eruit als rijstkorrels, je kunt ze met het blote oog zien. Een lintwormbesmetting gaat meestal gepaard met jeuk ter hoogte van de anus. Je hond gaat dan zittend over de grond schuiven om zich te krabben. Volwassen vlooien zijn eindgastheer van de lintworm en kunnen lintwormeitjes met zich meedragen.

 

Rondwormen

Groep twee, de rondwormen (Nematoden), is de grootste groep en bevat de meest voorkomende wormen. Ze hebben een rond lichaam met spitse uiteinden. Spoelwormen, zweepwormen en haakwormen behoren tot deze groep. 

  • Spoelwormen leven in de dunne darm. Omdat volwassen spoelwormen zelden voorkomen in de ontlasting of in het braaksel is besmetting uitwendig moeilijk te zien. Ook de piepkleine eitjes zijn niet te zien met het blote oog. Deze eitjes zijn zeer resistent tegen temperatuurschommelingen en schoonmaakmiddelen en ze kunnen jaren besmettelijk blijven. Omdat deze parasieten vrijwel overal zitten, is een besmetting zeer moeilijk te voorkomen. De spoelworm wordt ook rechtstreeks overgedragen via de moeder op haar jongen. Die zijn vaak al besmet bij de geboorte, of ze worden besmet bij het zogen. Een moederdier raakt ook gemakkelijk besmet via haar kleintjes. Je kunt besmetting wel voorkomen door zowel de moeder als de jongen regelmatig te ontwormen.
     
  • Zweepwormen leven in de dikke darm en boren hun kop door de darmwand op zoek naar bloed en weefselvloeistof waarmee ze zich voeden. Daarbij beschadigen ze het darmslijmvlies en veroorzaken ze zo darminfecties. Typische klachten bij een zweepwormbesmetting zijn diarree, bloedarmoede en vertraagde groei bij jonge dieren.
     
  • Haakwormen leven in de dunne darm waar ze zich voeden met bloed. Ze hebben haken en tanden in hun bek waarmee ze de darmwand beschadigen en darminfecties veroorzaken. Een erge besmetting gaat gepaard met bloedarmoede en diarree. Je kunt bloedarmoede herkennen aan bleke slijmvliezen, sloomheid en verminderde eetlust. 

 

Platwormen

De derde groep, de platwormen (Plathelminthen) komen in onze streken zelden voor bij huisdieren maar wel bij herkauwers.

 

Symptomen

Wormen gebruiken bloed, weefsel of darminhoud van hun gastheer om zich te voeden en vermenigvuldigen. Ze springen daar niet zuinig mee om. Dat gaat ten koste van de algemene gezondheid en conditie van de gastheer en vaak ook met verminderde groeiprestaties tot gevolg. Deze verzwakte dieren zijn ook meer vatbaar voor andere ziektekiemen. 

De parasitaire wormen die in ons land voorkomen zijn weinig tot matig ziekteverwekkend. Volwassen dieren met een infestatie vertonen weinig symptomen. Sommige besmette dieren hebben last van lossere stoelgang of diarree, en sommige wormensoorten veroorzaken erge jeuk bij hun gastheer. Besmette pups en kittens krijgen daarentegen vaak diarree en een opgezwollen buik, ze zijn mager en hebben dikwijls ook een groeiachterstand. Een zeer ernstige besmetting kan bij jonge dieren ook leiden tot bloedarmoede en gevaarlijk zijn. Aanhoudende diarree en braken kan leiden tot uitdroging en ondervoeding, wat op lange termijn zelfs levensbedreigend kan zijn, zeker voor jonge dieren. 

Deze symptomen kunnen helpen een wormenbesmetting bij je huisdier te herkennen:

  • Diarree (soms met bloed)
  • Braken
  • Gezwollen buik bij jonge dieren
  • In de flanken bijten
  • Doffe vacht
  • Huiduitslag bij pups
  • Groeiachterstand, zwakte, gewichtsverlies
  • Met de anus over de grond schuren
  • (Witte) stukjes worm in de ontlasting en rond de anus

 

zwarte-kat-en-hond.jpg

Ontwormen

Ontwormen is een standaardbehandeling voor elk huisdier, jong of oud, en zeer doeltreffend. Door te ontwormen blijft je huisdier vrij van wormen en is er geen gevaar voor besmetting van de omgeving. Er zijn ontwormingsproducten in vele vormen, zoals pillen, pasta's en druppelvloeistof voor in de nek. Ze zijn veilig en worden meestal goed verdragen. Niet alle producten zijn geschikt voor elke vorm van wormenbesmetting. Sommige middelen werken goed bij lintwormen maar niet bij rondwormen, of omgekeerd. Zeker bij een besmetting met lintwormen is een aangepaste behandeling vereist.

Is je huisdier besmet, breng dan een stoelgangstaal binnen bij de dierenarts. Als het resultaat van de analyse positief is, wordt aan de hand van de aanwezige eitjes de precieze wormsoort bepaald. Je dierenarts zal dan een aangepaste ontwormingskuur voorschrijven. Bij wormsoorten die door vlooien worden overgedragen, is het van belang ook de vlooien te bestrijden.

Het moment waarop je de behandeling moet starten is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het gebruikte product en het infectierisico. Hieronder volgen enkele algemene richtlijnen

  • Pups ontwormen als ze 2, 4, 6 en 8 weken oud zijn, daarna maandelijks tot 6 maand.
  • Kittens ontwormen als ze 2, 4, 6, en 8 weken oud zijn, daarna maandelijks tot 6 maand.
  • Volwassen honden en katten die binnen blijven 2 maal per jaar ontwormen.
  • Volwassen dieren die buiten komen 4 keer per jaar ontwormen.
  • Altijd na een positief ontlastingonderzoek ter bevestiging van de besmetting.
  • Fokdieren ontwormen 1 keer vlak vóór de paring en nog een keer twee weken vóór de bevalling, tijdens het zogen gelijktijdig ontwormen met pups of kittens.

Volg altijd de specifieke aanwijzingen van de dierenarts en zorg voor een hygiënische leefomgeving voor je huisdier. 

 

Vergeet u weleens uw favoriete viervoeter te ontwormen, vaccineren,...? Wij nemen graag die zorg op ons!

ontdek het WelloPet Life Plan